henk-de-zeeuw-trainer-o21-ik-mag-elke-dag-mooiste-beroep-ter-wereld-uitoefenen
In dit artikel:
Het is een bijzondere week voor Henk de Zeeuw, de 45‑jarige trainer van ADO Den Haag O21: hij viert zijn verjaardag en ziet zijn naam terug in de media, terwijl zijn ploeg na een stroef begin langzaam omhoog klimt in de competitie. Na een 3-0 nederlaag bij sc Heerenveen op de eerste speeldag is dat voorlopig ook de enige verliespartij; na een 2-0 zege op FC Volendam staat ADO O21 nu op een tweede plaats, een rang die aan het einde van het seizoen promotie naar het hoogste jeugdniveau zou kunnen opleveren.
De Zeeuw is geen onbekende binnen de club: hij begon als jeugdspeler bij het oude ADO-amateurs, werd later door Sparta gescout als keeper en bouwde vervolgens een loopbaan als jeugdtrainer op. Hij doorliep stages en opleidingen bij ADO (UEFA C, B en A) en werkte eerder al tweemaal bij ADO O21 — aanvankelijk als stagiair/assistent onder Virgilio Teixeira in 2019-2020, later opnieuw in diverse functies tijdens een periode van bestuurlijke onduidelijkheid bij de club. Tussen zijn klussen bij ADO werkte hij als hoofdtrainer bij clubs als DHC, FC ’s-Gravenzande, HVC’10, Excelsior’20 en Zwaluwen.
De Zeeuw kijkt terug op een gemiste kans door de COVID‑19‑onderbreking. In het afgebroken seizoen stond zijn O21-ploeg op de tweede plaats en maakte kans op promotie naar de Tweede Divisie; door de lockdown ging een geplande examen- en coachingsperiode verloren en de competitie stopte. Destijds had het team met spelers als Lance Duijvestijn en Sem Steijn potentie, maar door de competitieafsluiting en de daaropvolgende invoering van een nieuwe O21-pyramide verdwenen veel jeugdteams die niet in de Tweede Divisie zaten naar een andere O21-competitie.
Sportief ligt De Zeeuws focus nu vooral op terugkeer naar Divisie 1 voor de O21: die plek hoort volgens hem bij ADO, zeker omdat veel tegenstanders van hun niveau zijn en vijf clubs zelfs hun eerste elftal in de Eredivisie hebben. De groep is jong — ongeveer 40% is nog O19‑gerechtigd — en veel spelers komen niet structureel uit de A-selectie terug bij de O21, waardoor de kern veelal uit eigen lichting bestaat. De trainer benadrukt dat het belangrijk is een echt topsportklimaat te creëren; voor zijn spelers is de O21 vaak de laatste halte vóór een doorbraak naar de selectie, en wie die stap niet maakt verlaat meestal de club. Als voorbeelden noemt hij geëmancipeerde talenten als Cheveyo Balentien en Ilijah de Ruijter die de overgang hebben weten te maken.
Persoonlijk is De Zeeuw ambitieus: hij bezit het UEFA A‑diploma en is door de eerste selectie gekomen voor de prestigieuze Coach Betaald Voetbal‑opleiding; tussen 27 oktober en 17 november staan toelatingsgesprekken gepland. Zijn volgende professionele stap ziet hij idealiter als assistent of uiteindelijk hoofdtrainer bij het eerste elftal, met als ultieme wens uiteraard promotie van dat eerste elftal naar de Eredivisie — iets wat ook gunstig zou zijn voor het niveau van de O21-formatie.
Praktisch zoekt hij continu naar ontwikkeling en consistentie. De komende wedstrijden zijn op papier gunstig, maar De Zeeuw waarschuwt dat cijfers en vorm wispelturig zijn (Vitesse boekte onlangs winst en heeft een wedstrijd minder). Over de beker zegt hij laconiek dat de loting hem geen zorgen baart: hij wil winnen, maar de prioriteit blijft promotie. Emotioneel voelt zijn werk als een thuiskomen: als Hagenees en product van ADO heeft de club hem veel kansen geboden — alle stages en diploma’s heeft hij bij ADO afgerond — en dat maakt zijn rol bij de O21 extra betekenisvol.