opmerkelijke-metamorfose-eredivisie-lonkt-nu-al-voor-opgeleefd-ado
In dit artikel:
ADO Den Haag voert de Eerste Divisie aan na ruim een kwart van het seizoen en heeft al een flinke voorsprong op achtervolgers: zeven punten op SC Cambuur en elf op Roda JC, met bovendien een wedstrijd tegoed tegen Vitesse. Vanavond speelt ADO thuis tegen Roda; over twee weken volgt een cruciale uitwedstrijd tegen Cambuur. Bij twee overwinningen kan de club serieus zicht krijgen op promotie terug naar de eredivisie, waar ze sinds 2021 missen.
De huidige koppositie contrasteert met een onrustige zomer: trainer Darije Kalezic vertrok, de opvolging liep vertraging op waardoor assistent Levi Schwiebbe de voorbereiding moest leiden, technisch directeur Joris Mathijsen nam afscheid na onenigheid met meerderheidsaandeelhouder Bolt Football Holdings, en de club erfde een relatief onbekende 39-jarige Duitse hoofdtrainer, Robin Peter. Mark Wotte keerde tijdelijk terug als technisch directeur. Ondanks die wisselingen presteert ADO opvallend constant: na een 5-1 openingszege werd er één keer gelijkgespeeld en sindsdien elf keer gewonnen; alleen de recente bekeruitschakeling tegen FC Den Bosch is een smetje.
Analisten en supporters wijzen het spelplan van Peter als belangrijke verklaring aan: een duidelijke, aanvallende filosofie met intens drukzetten direct na balverlies, iets wat volgens volger Jim van der Deijl snel door de spelers is omarmd. Verdedigende backs als Steven van der Sloot en Sekou Sylla namen duidelijke stappen vooruit en zijn nu belangrijke schakels in de aanvalszijde. Jongeling Jesse Bal (19), afkomstig uit Parma’s jeugd, sprong eruit met vier goals en is vaste spits geworden.
Cijfers spreken in het voordeel van ADO: na dertien duels slechts twee puntenverlies, 39 gescoord en 11 tegen, plus al een periodetitel. Oud-speler Lex Schoenmaker waarschuwt voor voorzichtig optimisme en herinnert aan eerdere seizoenen waarin een grote voorsprong nog verdampte — ADO blijft een club met historische ups en downs. Promotie lijkt haalbaar, maar stabiliteit op en naast het veld blijft bepalend.